donderdag 5 april 2018

Pierre Ngindu - Samen bouwen aan een prachtig Kampen


Net terug van een leerlingenvergadering op school, haast Pierre zich naar de Stadskazerne voor ons interview. “Jachtig leven?”, vraag ik hem wanneer we elkaar treffen in de expositieruimte tegenover de Touristinfo. Met een grote grijns kijkt Pierre me aan: “Misschien druk, maar dat mag nooit een excuus zijn om even de rust te vinden voor een goed gesprek.” We nemen plaats aan de lange tafel in het midden van de ruimte waar de volgende expositie ‘Kunst boven Water’ nog niet is ingericht. Pierre’s woorden echoën door de lege ruimte. Hij vertelt gepassioneerd over zijn droom.

Pierre Legrand is docent Frans aan het Ichthus College in Kampen. Geboren en getogen in de Democratische Republiek Congo, verblijft hij nu sinds 17 jaar in Nederland. Gevlucht. Net als veel andere studenten staakte en protesteerde Pierre voor een volwaardige studiefinanciering. Dat mocht niet in Congo toentertijd. Pierre: “Je werd dan opgepakt en moest het leger in of de bak of vluchten. Als derdejaars student geneeskunde vluchtte ik naar Nederland.”

Kampenaar, net als iedereen
In Nederland aangekomen, verblijft Pierre eerst in AC Zevenaar. Daarna volgen verschillende adressen in Luttelgeest, Kampen, IJsselmuiden en vervolgens AZC Dronten. Pierre: “Ik vond het erg moeilijk om in een land terecht te komen waar je de taal niet spreekt. Ik deed mijn best om erbij te horen en om leuk gevonden te worden. Na die gewenningsperiode deed ik meer mijn best om met behoud van mijn eigen identiteit mee te doen in de samenleving. Dus niet meer per se erbij hoeven te horen, maar onderdeel zijn van het land en de stad waarin je leeft. Nu – na 17 jaar – kan ik volmondig zeggen dat ik volop meedraai in de Kamper samenleving. Ik ben en voel me Kampenaar net als iedereen. Mijn leven heb ik hier opgebouwd. Ik heb een baan en niet te vergeten een gezin waar ik supertrots op ben.”

Pierre’s droom
“Ik wil graag levenscoach worden. In deze hoedanigheid wil ik aan mensen laten zien hoe je ook blij kunt zijn met wat je hebt. Ik kijk nu inmiddels met heel andere ogen naar Kampen dan 17 jaar geleden. Dit is mijn stad. In deze stad wonen mensen die het heel erg goed hebben, maar toch ook regelmatig klagen. Zij zijn rijk, maar ook ongelukkig. Hoe kan dat? Mijn eigen achtergrond en integratieproces – waar ik overigens een boek over schrijf - spelen hierin een belangrijke rol. Natuurlijk ga ik in gesprek en wil ik samen met hen een proces doorlopen wat tot nieuwe inzichten en daarmee een nieuwe of andere rijkdom leidt”

Rijkdom gaat verder….
“Ik wil geen gewone coach zijn. Ik wil mensen laten zien hoe het anders kan. Je blijft jezelf in wat je doet, maar ik probeer mensen uit hun comfortzone te halen, waardoor ze nieuwe stappen in het leven durven te maken. Waarschijnlijk zijn ze daar zelf ook aan toe. Staan ze momenteel stil, waardoor mogelijk ontevredenheid ontstaat. Ik ga hierover met ze in gesprek en neem hen mee naar Afrika. Naar Congo of Senegal, met de bedoeling om tot rust te komen. Hier is alles snel en daarmee vluchtig. Als ze dan terugkomen, zijn ze gedeprogrammeerd. Daar ben ik 100 procent van overtuigd. In die gesprekken geef ik geen oplossingen. De mensen moeten zelf hun persoonlijke nut van het leven gaan inzien. Dat gaat verder dan het najagen van materiele zaken. Mensen zijn leider in hun eigen omgeving en kunnen vanuit die positie heel veel betekenen voor zichzelf en daarmee hun omgeving.”

Droom voor Kampen
“Kampen is de plaats waar ik mijn plek heb gevonden. Mijn droom is dat wij een respectvol ‘blok’ gaan vormen. Een gemeente worden waar wij met en voor elkaar klaar staan. Dat is het. Niet meer en niet minder. Er zijn helaas nog momenten en plekken waar afstandelijk op elkaar gereageerd wordt. Dat is niet nodig. Althans, ik vind dat niet nodig. Bijvoorbeeld als er asielzoekers langsfietsen worden die mensen nagekeken omdat ze anders zijn. Volgens mij zijn wij gewoon bang. Bang voor het onbekende. Ik zou willen dat wij gewoon op elkaar af durven te stappen. Elkaar ontmoeten en in gesprek gaan. Want pas dan leer je de ander kennen. Neem bijvoorbeeld de wijk Brunnepe. In de zomer zit iedereen buiten. Praat en speelt met elkaar. Drinkt samen een biertje of colaatje. Doen een beroep op elkaar omdat de één de ander kent. Ik wil niet zeggen dat je per se dagelijks bij elkaar over de vloer moet komen. Het gaat mij om het gevoel: vertrouw elkaar! Dit is onze gemeente en stad. Stap uit de hokjes van wijk, idealen en/of geloof. Ga voor je stad! Als geen ander weet ik dat een reis van 1000 kilometer begint met een eerste stap. De eerste stap om een ander te leren kennen is een begroeting. Ik ben optimist. Ik hoop dat meer mensen mij en mijn lach zullen volgen en dat wij samen Kampen nóg mooier kunnen maken.”